Rivierkazemat

In weerwil van onze neutraliteit realiseerde men zich in de jaren dertig van de vorige eeuw dat Nederland mogelijk bij een nieuw gewapend conflict tussen onze buurlanden betrokken zou kunnen raken. Daarom deed de Hogere Krijgsschool in de winter van 1934-35 een studie naar de gevolgen van een snelle Duitse aanval op ons land. Op een moment dat er nog geen sprake was van een oorlogstoestand en de mobilisatie-maatregelen nog niet ten uitvoer behoefden gebracht te worden.

In Katwijk en Oeffelt werden in het kader van de aanbevelingen, vier kazematten gebouwd ter beveiliging van de bruggen over de Maas gebouwd. Het ontwerp van het Technisch Bureau van de Inspectie der Genie werd uitgewerkt door de Eerstaanwezend Ingenieur te Nijmegen.

Op 10 februari 1936 gaf het gemeentebestuur van Linden een bouwvergunning af aan het Departement van Defensie voor de bouw van twee type B kazematten met ieder twee verdiepingen.

In Nijmegen werd op 26 februari 1936 de aanbesteding gehouden voor de bouw van vier kazematten van gewapend beton waarvan twee in Katwijk en twee in Oeffelt. Van de 26 inschrijvers was L. v/d  Plas uit Rosmalen met 32.998 gulden (€ 14.974) de laagste inschrijver, M.J. Ebben uit Beers was de hoogste met 47.438 gulden (€ 21.526).

De kazematten moesten worden bemand met politietroepen. Op 9 juni 1936 kwam  generaal Reynders met het voorstel voor het aantrekken van 985 man extra politietroepen voor de Strategische Beveiliging.

Maar de minister wilde niet instemmen met de voorgestelde uitbreiding. Volgens de minister kon men bij  de kazematten bij de verkeersbruggen volstaan met een  bezetting van vijf man en behoefden de kazematten bij de spoorbruggen niet permanent bezet te zijn.

In tijden van spanning wilde hij de kazemat bezetting op sterkte brengen door politietroepen van elders in te zetten. Als gevolg van deze  opvatting van de minister werd de uitbreiding van de politietroepen beperkt tot slechts 137 man in plaats van de voorgestelde 985 man

In verband met toenemende internationale dreiging (de Anschluss van Oostenrijk) werd op 12 maart 1938 de sterkte van het leger voor de Strategische Beveiliging uitgebreid naar 10.000 man.

Op 27 september 1938 werden de legeronderdelen belast met de Strategische Beveiliging gemobiliseerd. De politietroepen gingen naar hun bruggen en de Grensbataljons naar hun gevechtsopstellingen bij de grens. Deze mobilisatie duurde tot 6 oktober 1938.

Op 15 maart 1939 bezetten de Duitsers Tsjecho-Slowakije en namen Praag in.

Het Italiaanse leger bezette op 7 april 1939 Albanië. Nederland reageerde met  een gedeeltelijke mobilisatie.

In Nederland werd de mobilisatie afgekondigd op 28 augustus 1939.

Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers ons land binnen.